Een beginnersgids voor Zuid-Afrikaanse Slang

Een beginnersgids voor Zuid-Afrikaanse Slang / Zuid-Afrika

Als u een reis naar Zuid-Afrika plant, is het een goed idee om een ​​beetje van de lokale taal te leren. Zuid-Afrika heeft 11 officiële talen, maar de gemakkelijkste plaats om te beginnen is met Zuid-Afrikaans Engels. Gezien het rijke taalkundige erfgoed van het land, leent Zuid-Afrikaanse slang zich uit een reeks verschillende invloeden, waaronder Afrikaans, Zulu en Xhosa.
Zelfs enkele van deze woorden kennen kan helpen het culturele ijs te doorbreken, waardoor het mogelijk lastige taken zoals het huren van een auto of het bestellen van traditioneel voedsel zoveel gemakkelijker wordt.

 

Een A-Z van Essential South African Slang

EEN

Ag jammer (uitgesproken als ach schande): gebruikt om sympathie of medelijden uit te drukken, b. "Ag shame, ze kon niet komen omdat ze ziek is".

B

Babelas (uitgesproken als buh-be-las): een kater, b.v. "We gingen gisteravond uit en nu heb ik zo'n babelas".
bakkie (uitgesproken buh-sleutel): een pick-up, b.v. "De mijne is de witte bakkie daar".

biltong (uitgesproken bil-tong): gedroogd vlees, vergelijkbaar met schokkerig, b.v. "Haal je me niet wat biltong uit de winkel".

Bliksem (uitgesproken als bliksem): iemand verslaan, bijvoorbeeld "Ik ga je bliksem zoeken".

Boet (uitgesproken om te rijmen met 'put'): Afrikaans voor broer, kan worden gebruikt voor elke mannelijke vriend, b. "Ik ken hem, hij is mijn boet".

boerewors (uitgesproken als bor-e-vors): Zuid-Afrikaanse worst, vertaalt letterlijk van het Afrikaans naar 'boerenworst', b.v. "Heb je ooit wrattenzwijn boerewors geprobeerd?".

braai (uitgesproken als bry): barbecue, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord bijv. "Kom op, we hebben een braai", of "Kom op, we gaan braai".

 

Bru (uitgesproken als brouwsel): vergelijkbaar met Boethoewel het terloops voor mannen en vrouwen kan worden gebruikt, b.v. "Hé bru, hoe gaat het?".

C

China (uitgesproken als China): vriend, b. "Hee, China, het is lang geleden".

Chow (uitgesproken als chow): voedsel, b.v. "Ik zie je later voor een paar chow".

D

Dof (uitgesproken als dorf): dom, b. "Doe niet zo dom, man".

Dop (uitgesproken als dop): alcoholische drank, b.v. "Hij heeft een te veel dops gehad".

Doss (uitgesproken als doss): slaap, b.v. "Wil je niet vannacht bij mij op de stoep staan?".

droëwors (uitgesproken droy-vors): gedroogd boerewors, vergelijkbaar met biltong, b.v. "Ik heb geen avondeten nodig, ik heb droëwors opgevuld".

Dwaal (uitgesproken als dw-ul): ruimtelijk, niet-concentrerend, b.v. "Ik was in zo'n dwaal dat ik haar niet eens zag".

E

Eina (spreek uit ey-na): ouch, zowel een uitroepteken als een zelfstandig naamwoord, b. "Eina! Dat doet pijn!", Of "Ik heb een eina".

Eish (uitgesproken eysh): een uitroep, gewoonlijk gebruikt om ontzetting uit te drukken, b.v. "Eish, die rekening is duur".

G

Gatvol (uitgesproken hat-fol, met aan het begin een keelgeluid): beu, b.v. "Ik ben een gatvol van je onzin".

H

hectisch (uitgesproken hectisch): extreem, meestal stressvol, b.v. "Dat gesprek was hectisch".

Howzit (spreek uit hows-it): Vroeger vroeg iemand hoe ze het deden, bijvoorbeeld "Howzit my China?".

J

ja (uitgesproken als yah): Afrikaans voor ja, b. "Ja, ik wil bij de braai". 

Jislaaik (uitgesproken als yis-achtig): een uitroep van verrassing of ongeloof (kan positief of negatief zijn), b.v. "Jislaaik, we hadden een goede tijd".

Jol (uitgesproken als jol): feest of goede tijd, kan een zelfstandig naamwoord of werkwoord zijn, b.v. "Dat was zo een grapje", of "Kom je naar de verjaardag vanavond?".

 

Net nu (zojuist uitgesproken): soms, op elk moment, snel, b.v. "Ik kom er nu net aan".

K

Kak (uitgesproken als kuk): crap, b.v. "Dat was een kak-spel".

kif (uitgesproken als kif): cool, geweldig, b.v. "De golven waren vandaag kif".

koeksister(uitgesproken als kok-zus): gevlecht deeg gefrituurd in siroop, b.v. "Ik ga mezelf trakteren op een koeksister)

Klap (uitgesproken als klup): klap, b.v. "Daar verdien je een klap voor".

L

Lallie (uitgesproken als lallie): informele nederzetting, township, locatie, b.v. "Hij leeft in de lallie".

Sluik (uitgesproken lank): veel, zeer b.v. "Er waren steekstaven op het strand", of "Het is sluike kou vandaag".

Larny (uitgesproken lar-nee): fancy, posh b. "Dit hotel is larny".

Lekker (uitgesproken als lak-kerr): geweldig, cool, mooi b. "Het is een lekker dag vandaag", of "Je ziet er lekker uit in die jurk".

Lus (gepronkt lis): verlangen, b.v. "Ik ben nu op zoek naar een koel biertje".

M

Mal (uitgesproken als mul): gek, b.v. "Pas op voor die vent, hij is een beetje mal".

Moer (uitgesproken als mo-urr): slaan, slaan, b.v. "Pas op dat hij je niet minacht".

Muthi (uitgesproken als moo-tee): medicijn, b.v. "Je kunt beter wat muthi nemen voor die babelas".

N

Nou nou (uitgesproken nu-nu): vergelijkbaar met zojuist, maar meestal meer aanstaande, b. "Ik ben onderweg, ik zie je nu - nu".

O

Oke (uitgesproken eik): mannelijke persoon, gewoonlijk een vreemdeling, b.v. "Ik zat te wachten in de rij met een hoop andere goede dingen".

P

Padkos (uitgesproken als pat-kos): snacks voor een roadtrip, bijvoorbeeld "Vergeet de padkos niet, het is een lange weg naar Kaapstad".

Pap (uitgesproken pup): maïspap, b.v. "Pap is een hoofdbestanddeel van de traditionele Afrikaanse keuken".

potjie (uitgesproken als poi-toets): vleesstoofpot, b.v. "We komen allemaal samen voor een lam potjie later"

Posie (uitgesproken als pozzie): thuis, b. "Kom naar mijn posie wanneer je klaar bent".

R

Robot (uitgesproken als robot): een verkeerslicht, b.v. "Stop niet bij de robots in het donker".

S

Schaal (uitgesproken schaal): stelen of iets nemen, bijvoorbeeld "Ik kan niet geloven dat hij mijn aansteker opnieuw heeft geschaald".

Shebeen (uitgesproken als sha-been): een drankgelegenheid in de township, b. "De liqor-winkel is gesloten, maar je kunt nog steeds bier van de shebeen kopen". 

Schot (uitgesproken schot): gejuich, bedankt, b. "Shot voor de tickets, bru".

Sies (spreek uit als zanger): een uitdrukking van walging, kan een bijvoeglijk naamwoord zijn voor grove, b.v. "Sies man, kies je neus niet", of "Die maaltijd was sies".

Sjoe (uitgesproken als shoh): een uitroep, b.v. "Sjoe, ik ben blij je te zien!".

Vilder (uitgesproken als ontveller): roddels, b.v. "Ik hoorde je gisteravond over me aan het villen slaan".

Slap-chips (uitgesproken slup-chips): frites, b.v. "Kan ik wat tomatensaus krijgen met mijn slap-chips?".

Smaak (uitgesproken als smark): fancy, b.v. "Ik proef je echt, ga je met me uit op een date ?.

T

Takkies (uitgesproken als takkies): sneakers, b.v. "Ik droeg mijn jeans en takkies en iedereen was in het zwart".

Tsotsi (uitgesproken als ts-otsi): dief, b.v. "Houd Tsotsis in de gaten op weg naar huis".

Afstemmen (uitgesproken melodie): vertellen, praten, b. "Stem me niet af, het was niet mijn fout", of "Wat stem je me af?"

V

Vetkoek(uitgesproken als fet-cook): Afrikaans voor 'fat cake', een gefrituurde bal deeg die meestal wordt geserveerd met een vulling, bijvoorbeeld "Vetkoeks zijn de ultieme remedie voor een babelas".

Voetsek (uitgesproken als foot-sek): een Afrikaans expletief dat zich vertaalt naar f ** k uit, b.v. "Als iemand je stoort, vertel het dan aan voetsek".
Vuvuzela (uitgesproken als vuvuzela): een plastic hoorn of trompet, meestal gebruikt bij voetbalwedstrijden, b.v. "Die vuvuzela's maken een helle geluid".

Y

Yussus (uitgesproken als yas-sus): een uitroep, b.v. "Yussus bru, ik mis je".